Zuivel zonder koe? Groene brandstof uit afgevangen CO₂? Het klinkt wellicht als toekomstmuziek, maar bij Planet B.io, de innovatiehub op de Biotech Campus Delft, maken toponderzoekers en -ondernemers deze groene innovaties al mogelijk.
Samen met Tweede Kamerleden Martijn Buijsse en Wim Meulenkamp gingen leden van de thematische netwerken Economische Zaken en Innovatie (EZI) en Liberaal Groen op vrijdag 16 mei bij Planet B.io langs om meer te leren over de duurzame oplossingen die biotechnologie mogelijk maken. Dat bleken er veel te zijn!
Zo kan LanzaTech de afgevangen koolstof van staalfabrieken omzetten in schone brandstof voor vliegtuigen – maar ook ethanol, om alcohol te vervangen in parfums, en polyester, waar merken als Adidas en H&M weer tennisschoenen en sweatshirts van maken. Het bedrijf heeft fabrieken in Amerika, China en één in België, vertelde Björn Heijstra, hun VP voor commerciële innovatie.
Waarom niet meer in Europa? Eén reden is geld. Beginnende bedrijven kunnen in Nederland bij verschillende instanties aankloppen voor hulp. Niet alleen financieel, maar ook om bijvoorbeeld kantoorruimte en faciliteiten te delen. Planet B.io is daar een voorbeeld van. Om de sprong van start-up naar scale-up te maken, zijn echter investeringen van een orde groter nodig dan bijvoorbeeld regionale ontwikkelingsmaatschappijen en Invest-NL kunnen doen. Private investeerders zien op tegen de risico’s. China geeft veel meer staatssteun. In Amerika komt durfkapitaal sneller in beweging.
Niet alles gaat in Amerika beter. Laat daar één kwartaal tegenvallende resultaten zien en je beurskoers keldert naar beneden. Overheden en beleggers in Europa hebben meer oog voor de lange termijn. Maar missen daardoor misschien ook een gevoel van urgentie.
Wat de doorslag kan geven, is regelgeving. De meeste concurrenten fermenteren suiker om ethanol te produceren; eigenlijk net als bij alcohol. De landbouwgrond die nodig is om suiker te telen, en eventuele emissies tijdens transport, tellen niet mee in hun duurzaamheidsscore. LanzaTech maakt hetzelfde product zonder akkers en schepen, maar de uitstoot die zij besparen kunnen zij niet verwaarden.
Een ‘biofuel’ moet in de EU minstens 65 procent reductie in de uitstoot van broeikasgassen opleveren ten opzichte van fossiel. Dat kan volgens Heijstra alleen als je een fabriek laat draaien op stroom van zonnepanelen op eigen terrein, en alleen wanneer de zon schijnt. Het Verenigd Koninkrijk heeft de drempel verlaagd naar 40 procent. Dat is wel haalbaar. Dus gaat LanzaTech de Noordzee over. En zouden we in de EU biofuels maken door hout te verbranden, wat misschien ‘duurzaam’ is voor het klimaat, maar natuurlijk niet voor de natuur. Cindy Gerhardt, managing director van Planet B.io, waarschuwde ons juist dat de achteruitgang in soortenrijkdom (biodiversiteit) een grotere impact kan hebben op ons leven dan de klimaatverandering.




Hoe goedbedoelde regels duurzame economische groei in de weg kunnen zitten, bleek des te pijnlijker uit de presentatie van Stephan van Sint Fiet, CEO van Vivici. Zijn bedrijf maakt eiwit met 86 procent minder water dan de veehouderij, 68 procent minder uitstoot van broeikasgassen en nul dieren. Het Vivici-eiwit is ook nog eens lactosevrij.
Marktpartijen zien de potentie. De wereldwijde vlees- en zuivelproductie overvraagt nu al het milieu. We kunnen niet nog eens 4 miljard mensen meer voeden in 2050 op de manier waarop we in Europa en Noord-Amerika eten. Invest-NL en pensioenfonds ABP investeren tientallen miljoenen euro’s in Vivici. Zuivelcoöperatie Fonterra, met hoofdkantoor in Nieuw-Zeeland, en het Nederlands-Zwitserse dsm-firmenich hebben aandelen. Merken als Danone, Nestlé en Unilever zijn klant.
Het ‘geheim’ van bedrijven zoals Vivici is eigenlijk niet nieuw. We laten bacteriën en schimmels al eeuwenlang in ons voordeel werken. Laat druiven een tijdje gisten en het wordt wijn. Laat melk verzuren en het wordt yoghurt of kaas. ‘Precisiefermentatie’ is de volgende stap. Door de juiste bacterie op de juiste ingrediënten los te laten, ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Bijvoorbeeld in waterzuivering. Maar ook om room of yoghurt te maken zonder koemelk.
Hoewel het eindproduct niet afwijkt van wat velen van ons wekelijks in de supermarkt kopen, moeten bedrijven toch nog een keer door de toelatingsprocedure van de Europese voedselautoriteit EFSA. En die is pittig. Op zich niet onterecht; we zijn in Europa gewend aan een hoge kwaliteit voedsel en willen dat niet afzwakken. Maar zolang vergelijkbare goedkeuringsprocedures in bijvoorbeeld Amerika, Israël en Singapore vooral kijken naar de veiligheid van het eindproduct, en minder naar hoe het eten wordt gemaakt, hebben we in de EU wel een concurrentienadeel.
Biotech kan nóg een stap verder gaan: door eencelligen genetisch te modificeren, maakt het niet meer uit wat ze van nature eten, maar kunnen ze zelfs plastic omzetten in eiwit. Hoe circulair wil je het hebben? Maar genetische modificatie, dat is in Europa bijna taboe. We zijn in de VVD al heel blij als het gebruik van zogenoemde ‘nieuwe genomische technieken’ wordt toegestaan om genetische aanpassingen te maken die in theorie ook van nature hadden voorkomen. De Europese VVD-fractie heeft zich hier, eerder onder Jan Huitema, nu met Jeannette Baljeu, jaren voor ingezet. We hopen dat de Commissie, het Parlement en de lidstaten nog voor de zomer een compromis bereiken over nieuwe regelgeving. Wim volgt deze ontwikkelingen op de voet vanuit de Tweede Kamer als rapporteur voor de commissie Landbouw.
Wat de aarzelingen in Europa zou kunnen wegnemen, zijn proeverijen. Dit jaar mocht voor het eerst kweekvlees worden geproefd in Nederland dankzij een motie van D66 en VVD uit 2022. Eind vorig jaar werd een vergelijkbare motie van VVD en GroenLinks-PvdA aangenomen om ook proeverijen voor producten uit innovatieve fermentatie mogelijk te maken. Timen van Haaster liet ons weten dat brancheorganisatie HollandBio proactief door het ministerie wordt betrokken bij de uitvoering. Nederlandse ambtenaren zijn gelukkig zeer bereid om mee te denken over hoe en wat wél kan binnen de beperkende kaders die we soms onszelf hebben opgelegd en soms uit Brussel komen.
Toch zit ook daar veel expertise. De EFSA is voor Vivici weliswaar een vertragende factor, maar Van Sint Fiet prees de vakkundigheid van de toezichthouders. Het probleem is volgens hem niet onwil, maar onderbemanning, wat leidt tot vertraging. Iets dat Bart Millenaar, toen VVD-kandidaat voor het Europees Parlement, ons vorig jaar in een webinar al eens voorhield. De vertraging neemt toe naarmate er meer ‘novel foods’ ter goedkeuring worden aangeboden. Juist die ’time to market’, nu al drie tot vijf jaar, nekt start-ups. Zoveel geduld hebben investeerders niet. Een derde motie van de VVD, deze keer ingediend samen met de ChristenUnie, vraagt het kabinet om alle knelpunten in de novel foods-procedures in kaart te brengen en vervolgens in Europa proberen weg te nemen.




Op watergebied kunnen innovaties sneller in de praktijk worden gebracht. Dr. Mario Pronk is associate professor aan de TU Delft en werkt nauw samen met Royal HaskoningDHV. Hij nam ons mee in de technologische ontwikkelingen in waterzuivering en het terugwinnen van nutriënten.
Op de meeste locaties wordt afvalwater stap voor stap gezuiverd. In Ede en Zutphen zijn de eerste twee zuiveringsinstallaties in gebruik waarin de mede door Pronk ontwikkelde Nereda-technologie wordt toegepast. Hierbij worden bacteriën ingezet om het water te zuiveren. Zo is 30 tot 50 procent minder energie en wel driekwart minder ruimte nodig om dezelfde hoeveelheid water schoon te krijgen.
Het korrelslib dat overblijft, bevat waardevolle stoffen als eiwit, fosfor, kalium, stikstof en suiker. Royal HaskoningDHV vermarkt dit als Kaumera, een bodemverbeteraar die in februari de Europese CE-markering kreeg. Daarmee kan het in de hele Europese land- en tuinbouw worden toegepast om gewassen ondanks langere periodes van droogte en hitte te laten groeien.
Nauwe publiek-private samenwerking speelde een belangrijke rol. Pronk was vol lof over de Nederlandse waterschappen, die samen met wetenschap en bedrijven werken aan duurzame oplossingen. Luigi De Martin, site director voor Centrient Pharmaceuticals in Delft, liet ons de waterzuivering van het Biotech Campus zien, waar alle afvalwater van de techbedrijven wordt verwerkt zodat het de Noordzee in kan. Hij vertelde over het ingewikkelde proces van water en hoe dit een steeds groter probleem wordt, ook in Nederland.




We lijken alles in huis te hebben om van biotech een succes te maken. Dat lezen we ook in de biotechnologievisie van het kabinet. Sterker, vond Martijn, we moeten er een succes van maken. De VVD houdt immers, net als de EU, vast aan reductiedoelen voor de uitstoot van broeikasgassen in 2030, 2040 en 2050. In 2027 komt de Europese Kaderrichtlijn Water. Er moet nog een tandje bij om het water in Nederland schoner te krijgen. Daarnaast is 14 procent van onze economie nu circulair. We willen naar 100 procent circulair in 2050. Dat is zo mogelijk nog een grotere opgave dan de energietransitie. Zonder biotech wordt dat niet te doen.
Planet B.io is daarmee een cruciale aanjager van de economie die we in Nederland willen. Zij kunnen rekenen op steun van verzekeraar ASR, dsm-firmenich, InnovationQuarter, de Gemeente Delft, de TU Delft en de provincie Zuid-Holland. We waren erg blij dat samen met de Kamerleden wethouder Maaike Zwart van Delft en Gezina Atzema, lid van de Provinciale Statenfractie van de VVD in Zuid-Holland, met ons mee konden!
Dat er nog wel wat moet gebeuren om biotech op te schalen in Nederland en Europa, werd ons vrijdag duidelijk. Maar we begrijpen ook beter wát er precies moet gebeuren, en welke rol de politiek daarin heeft. We danken Martijn en Wim en hun medewerkers voor hun aanwezigheid en betrokkenheid!
We sloten de middag toch vooral af met trots op wat er in ons kleine land allemaal is bedacht en gebeurt, en gesterkt in de overtuiging dat groene groei meer is dan een noodzakelijke opgave om klimaatverandering het hoofd te bieden en de natuur te beschermen; het is dé manier om onze kenniseconomie naar een hoger niveau te tillen. De netwerken EZI en Liberaal Groen zijn ook Cindy en haar team, de ondernemers en dr. Pronk dankbaar voor hun bevlogenheid en het mede mogelijk maken van deze inspirerende middag.
Kan je geen genoeg krijgen van innovatie? Schrijf je dan nog snel in voor de EZI Innovatiedag in Brainport Eindhoven op zaterdag 24 mei. Tweede Kamerleden Thierry Aartsen, Bart Bikkers en Daan de Kort, gedeputeerde Martijn van Gruijthuijsen en twee VVD-leden van de lokale gemeenteraad gaan ook mee. Ben je nog geen lid van beide thematische netwerken, maar geïnteresseerd? Meld je aan in MijnVVD en je ontvangt voortaan automatisch onze nieuwsbrieven.